Grotere bescherming van kmo’s: opleggen van een maximale betalingstermijn

Geplaatst door: Franchising Belgium

Maître Marie Canivet, CMS Debacker 

Op 2 maart 2018 werd een wetsvoorstel tot wijziging van de wet van 2 augustus 2002 betreffende de bestrijding van betalingsachterstand bij handelstransacties ingediend bij de Kamer van Volksvertegenwoordigers. Het wetsvoorstel beoogt kleine en middelgrote ondernemingen (KMO’s) te beschermen door maximale betalingsvoorwaarden op te leggen voor betalingen door niet-KMO’s aan KMO’s.

Overeenkomstig de wet van 2 augustus 2002 betreffende de bestrijding van betalingsachterstand bij handelstransacties, moet elke betaling in het kader van handelstransacties tussen ondernemingen binnen een termijn van 30 kalenderdagen worden verricht. Deze termijn van 30 dagen gaat in op de datum van (i) ontvangst van de factuur; (ii) ontvangst van de goederen of diensten (indien de datum van ontvangst van de factuur niet duidelijk is of indien de schuldenaar de factuur eerder ontvangt dan de goederen of diensten); of (iii) aanvaarding of verificatie van de conformiteit van de goederen of diensten met de overeenkomst (indien de wet of de overeenkomst in een aanvaardings- of verificatieprocedure voorziet en indien de schuldenaar de factuur ontvangt vóór de datum van aanvaarding of verificatie). In beginsel mag de aanvaardings- of verificatietermijn niet langer zijn dan 30 dagen vanaf de datum van ontvangst van de goederen of diensten.

Volgens de huidige regels hebben de partijen echter het recht om in onderlinge overeenstemming van deze wettelijke bepalingen af te wijken en met name deze betalingstermijnen te verlengen. Contractuele bepalingen die in langere termijnen voorzien, kunnen alleen door een rechter worden getoetst indien zij als “kennelijk onbillijk” ten opzichte van de schuldeiser worden beschouwd.

Er wordt op gewezen dat er in de praktijk zeer vaak gebruik wordt gemaakt van deze afwijkingsmogelijkheid en dat grote ondernemingen vaak ongunstige betalingsvoorwaarden aan veel ondernemingen, vooral aan kmo’s.

Met het wetsvoorstel wordt derhalve beoogd deze situatie te verhelpen door voor te stellen dat contracten tussen grote ondernemingen die als debiteur optreden, en kmo’s die als crediteur optreden, niet voorzien in: i) betalingstermijnen van meer dan 60 kalenderdagen; of ii) aanvaardings- of verificatietermijnen van meer dan 30 kalenderdagen. Het wetsvoorstel bepaalt dat contractuele clausules die in strijd zijn met deze regels als nietig moeten worden beschouwd.

De intentie is natuurlijk prijzenswaardig in een sector waar de machtsverhoudingen vaak onevenwichtig zijn en een bron van moeilijkheden voor KMO’s. Het valt nog te bezien of dit voorstelt zal worden aangenomen en, zo ja, of KMO’s dit nieuwe wetgevingsinstrument daadwerkelijk zullen durven gebruiken om zich te verzetten tegen hun belangrijke handelspartners en misschien het risico zullen lopen hun contractuele betrekkingen in gevaar te brengen… een zaak die moet worden voortgezet.

 

Maître Marie Canivet, CMS Debacker