Price adapting do or don’t?

Geplaatst door: Franchising Belgium

De lijst met onrechtmatige beding in B2B contracten verzet zich tegen eenzijdige prijsaanpassingen in contracten vanaf 1 december 2020; tenzij er een geldige reden is voor de stijging, of partijen dit werkelijk zo hebben gewild.

De verantwoording voor de wet zorgt voor weinig duidelijkheid over wat geldige redenen kunnen zijn om wel nog prijzen aan te passen. Of het volstaat om als tegengewicht een mogelijkheid te geven de overeenkomst op te zeggen is niet  zeker. Volgens de  Nederlandstalige versie van de verantwoording niet, volgens de Franse versie wel.

De onrechtmatige bedingen in B2B contracten

Op 21 maart werd het “wetsvoorstel d.d. 22 februari 2019 tot wijziging van het Wetboek van economisch recht met betrekking tot misbruik van economische afhankelijkheid, onrechtmatige bedingen en oneerlijke marktpraktijken tussen ondernemingen” door de Kamer goedgekeurd.

Als onderdeel daarvan werd een lijst van onrechtmatige bedingen ingevoegd in boek VI Wetboek Economisch Recht, die in werking treedt op 1 december 2020 voor alle overeenkomst gesloten of vernieuwd na deze datum.

Een van de bepalingen uit de grijze lijst is een beding dat de onderneming het recht te verleent om zonder geldige reden de prijs, de kenmerken of de voorwaarden van de overeenkomst zoals de prijs eenzijdig te wijzigen.

Prijsstijgingsclausules

Toelichten of …
In veel distributie en franchise contracten is de franchisenemer/distributeur voor de levering van zijn producten volledig afhankelijk van zijn franchisegever/leverancier en wordt een grote flexibiliteit voorzien om deze prijzen aan te passen in de loop van de samenwerking. Zeker in formules waar een groot gamma aan producten of diensten wordt aangeboden, dat via de franchisegever/leverancier wordt aangekocht lijkt het economisch ook moeilijk om dit anders te organiseren. Het zal er in de toekomst dan ook op aan komen de prijsstijgingen beter toe te lichten zodat ook de franchisenemer/distributeur de ‘geldige reden’ voor deze stijging begrijpt. Het kan bijvoorbeeld gaan om prijsstijgingen als gevolg van stijgende prijzen van grondstoffen of toeleveranciers. Het precontractueel informatie document kan hiervoor een tool zijn.

Onderhandelen
Alternatief kan de eenzijdige prijsstijging op een meer ‘onderhandelde’ manier worden doorgevoerd.

  • Dit kan door prijsstijgingen (binnen een bepaald plafond) op voorhand voor de hele duur vast te leggen, bv op jaarlijkse basis.
  • Er bestaat echter discussie of de clausule geldig wordt wanneer als tegengewicht voor een eenzijdig recht voor de leverancier/franchisegever de prijs aan te passen, een recht voorzien wordt voor de franchisenemer/distributeur om de overeenkomst op te zeggen.

De ‘verantwoording’ bij het amendement van parlementslid Mevrouw Smaers en co (CD&V) waardoor de ‘grijze lijst’ werd ingevoegd stelt in het Nederlands letterlijk dat

In veel gevallen is die andere onderneming in een afhankelijke positie. Een kosteloos opzegrecht vormt dan ook geen tegengewicht in hoofde van die tegenpartij

De Franse versie stelt echter exact het tegenovergestelde:

Dans de nombreux cas cette autre entreprise se trouve dans une position de dépendance. Un droit de rétractation gratuit constitue dès lors le contrepoids dans le chef de cette partie adverse.

De indieners van dit amendement waren hoofdzakelijk nederlandstalig, maar of daaruit kan afgeleid worden dat de nederlandstalige versie primeert is onduidelijk.

Besluit: Prijsstijgingen moeten toegelicht worden

De ‘grijze lijst’ verzet zich uitdrukkelijk niet tegen onderhandelde clausules waarbij de prijsbepaling uitdrukkelijk aan een partij wordt overgelaten, mits deze voor elke prijsstijging een ‘geldige’ reden zal kunnen aanhalen.

Wat een ‘geldige reden’ is moet gevonden worden in ‘gewijzigde marktomstandigheden’. Het is aan de leverancier/franchisegever om deze te bewijzen. De grijze lijst zorgt dus voornamelijk voor een omkering van de bewijslast. Prijzen laten stijgen is dus onrechtmatig tenzij de franchisegever/leverancier aantoont dat er een geldige reden bestaat (vb. stijging van de grondstof prijzen of van de prijzen van toeleveranciers).

Of het volstaat om een opzegmogelijkheid te voorzien bij een prijsstijging is op heden niet duidelijk.

Het precontractueel informatie document kan hier een dankbare tool zijn.

Stijn Claeys, Racine Advocaten