Goedkeuring van het nieuwe boek 9 van het Burgerlijk Wetboek betreffende zekerheden

Geplaatst door: Franchising Belgium

Het parlement buigt zich momenteel nog steeds over de herziening van het Burgerlijk Wetboek. 

Hoewel het nieuwe boek 9 over zekerheden nog in ontwikkeling is, is titel 1 al aangenomen, waardoor tegen 2026 het stelsel van persoonlijke zekerheden, en met name de borgtocht, wordt gewijzigd. 

Net als de vorige nieuwe boeken van het Burgerlijk Wetboek past dit nieuwe boek 9 in een streven naar continuïteit en moderniteit, waarbij de contractuele vrijheid van de partijen voorop blijft staan. 

Het behoeft geen betoog dat persoonlijke zekerheden, zoals borgtochten, onmisbare mechanismen zijn in het proces om financiering te verkrijgen. Het creëren van een duidelijker kader hiervoor beantwoordde dan ook aan een concrete behoefte om de rechtszekerheid en de efficiëntie van de financiële sectoren te versterken. 

In franchisenetwerken is het gebruikelijk dat een franchisegever van zijn franchisenemers verlangt dat zij garanties verstrekken die het risico op een eventueel in gebreke blijven van de franchisenemer zelf dekken. Een franchiserelatie komt tot stand op basis van de persoonlijke kwaliteiten van een natuurlijke persoon aangezien het contract een intuitu personae karakter heeft. Indien deze persoon vervolgens een exploitatievennootschap opricht die als franchisenemer optreedt, zal hij zich persoonlijk borg moeten stellen voor de verbintenissen die tegenover de franchisegever worden aangegaan.

Ditzelfde mechanisme kan ook worden toegepast op de verhuurder (die soms de franchisegever is). 

In dezelfde lijn zal de bank, bij de financiering van de activiteiten (zoals de aankoop van het handelsfonds, het materieel of de voorraad), haar toestemming afhankelijk stellen van het verstrekken van een persoonlijke borgtocht. 

Hieronder geven we een overzicht van de belangrijkste punten van dit nieuwe boek 9 van het Burgerlijk Wetboek (beperkt tot persoonlijke zekerheden). 

  • Contractuele vrijheid

De partijen kunnen in principe afwijken van de bepalingen van titel 1, tenzij het om definities gaat of de wet anders bepaalt. Met name de regeling die van toepassing is op persoonlijke zekerheden gesteld door een consument (zie hieronder) is van dwingend recht.  

  • De interpretatie die gunstig is voor de zekerheidssteller 

De wet verankert het beginsel dat bij twijfel over de draagwijdte van de zekerheid, de interpretatie in het voordeel van de zekerheidssteller gebeurt. 

  • De accessoire persoonlijke zekerheid (of borgtocht)

De borgtocht – die het grootste deel van deze titel 1 beslaat – wordt omgedoopt tot “accessoire persoonlijke zekerheid”. De begrippen “borgtocht” of “borg” worden echter niet afgeschaft en blijven in de wet veelvuldig gebruikt. 

De hervorming introduceert enkele nieuwigheden en verduidelijkingen op het gebied van de borgtocht. Met name:  

  • Het vermoeden van borgtocht

Bij twijfel over de aard van de zekerheid (borgtocht of autonome garantie) moet de rechter kiezen voor de kwalificatie van borgtocht, die meer bescherming biedt aan de garant. De zekerheid moet dus duidelijk worden geformuleerd, aangezien elke onnauwkeurigheid aanleiding kan geven tot een herkwalificatie.  

  • Borgtocht voor alle schuldvorderingen 

Hoewel de geldigheid van de borgtocht “voor alle schuldvorderingen” wordt bevestigd, moet voortaan echter het maximale bedrag van de verbintenissen van de borg worden vermeld. Bij gebreke daarvan wordt de borgtocht beperkt tot de verbintenissen die bestonden op het moment dat de borgtocht werd aangegaan. 

  • Borgtocht voor onbepaalde tijd

De borgtocht kan voor onbepaalde tijd worden aangegaan. In dat geval bepaalt de wet dwingend dat een redelijke opzegtermijn vereist is om de borgtocht te beëindigen. Tenzij de partijen een kortere termijn overeenkomen, bedraagt de opzegtermijn 45 dagen. 

  • Subsidiaire aard en ingebrekestelling

Het subsidiaire karakter van de borgtocht is vastgelegd in de wet, die bepaalt dat de hoofdschuldenaar, voorafgaand aan elke uitvoering van de borgtocht, in gebreke moet worden gesteld. Deze ingebrekestelling moet bovendien gelijktijdig aan de borg worden betekend.

  • Informatieplicht

De schuldeiser is verplicht om, op verzoek van de borg, deze onverwijld in kennis te stellen van het bedrag van de gewaarborgde verbintenis. 

  • Persoonlijke zekerheid gesteld door een consument

Met het oog op samenhang met het consumentenrecht (opgenomen in het Wetboek van economisch recht) wordt de regeling van het oude Burgerlijk Wetboek inzake “kosteloze borgtocht” vervangen door de bepalingen betreffende persoonlijke zekerheden “verstrekt door consumenten”.  

De bedrijfsleider die zich borg stelt voor de verbintenissen van zijn vennootschap, valt echter buiten het toepassingsgebied van dit type borgtocht wanneer deze bestuurder een substantiële invloed kan uitoefenen op de besluitvorming binnen de vennootschap. In de meeste gevallen geniet de natuurlijke persoon die bestuurder is van een vennootschap die franchisenemer is dus geen bescherming onder deze bijzondere bepalingen. Dit was al het geval onder het oude stelsel van “kosteloze borgtocht”.

We wijzen op enkele belangrijke principes die door de wetgever zijn vastgelegd met betrekking tot de bescherming van de consument als borg: 

  • De consument kan alleen zijn borgtocht verlenen 

Aangezien de wet de borgtocht in het bijzonder beschermt, kan van een consument geen andere persoonlijke zekerheid worden geëist dan een borgtocht. Elke andere garantie wordt van rechtswege omgezet in een borgtocht. 

  • Informatieplicht op drie momenten:

 

  • Voordat de borg zich verbindt  

De schuldeiser moet de beoogde zekerheidssteller in het bijzonder informeren over de omvang van de gewaarborgde schuldvordering en de gevolgen en risico’s van een dergelijke verbintenis. Het bewijs van nakoming van deze informatieplicht is ten laste van de schuldeiser. 

  • Elk jaar 

Elk jaar moet de schuldeiser de consument-borg informeren over de omvang van de verbintenis (hoofdsom, intrest en andere accessoire verbintenissen).

  • In geval van niet-nakoming door de schuldenaar 

De schuldeiser moet de consument-borg inlichten over het in gebreke blijven van de hoofdschuldenaar. Deze kennisgeving moet, indien nodig, om de drie maanden worden hernieuwd.

  • Beperking van de toebehoren

Wanneer de schuldeiser een beroep doet op de consument-borg, mag hij ten aanzien van toebehoren (intresten,  kosten…) geen bedrag eisen dat hoger is dan 50% van de hoofdsom. 

  • Duidelijk onevenredige verbintenis 

De verplichting kan door de rechter worden verminderd indien, op het moment dat de consument-borg zijn persoonlijke zekerheid verstrekt, deze duidelijk onevenredig is in verhouding tot zijn vermogen en zijn inkomsten.

Deze bepaling sluit aan bij artikel 224 van het oude Burgerlijk Wetboek, dat de echtgenoot van degene die een persoonlijke zekerheid verstrekt, het recht gaf om de nietigheidverklaring te vorderen wanneer deze zekerheid de belangen van het gezin in gevaar bracht. 

  • De autonome persoonlijke zekerheid

Hoofdstuk 3 van titel 1 van het nieuwe boek 9 van het Burgerlijk Wetboek is gewijd aan de autonome persoonlijke zekerheid – die in de praktijk veel voorkomt en voortaan een wettelijke basis krijgt. 

Deze zekerheid is “autonoom”, in tegenstelling tot een borgtocht (een “accessoire” persoonlijke zekerheid), in die zin dat zij onafhankelijk is van de geldigheid, de voorwaarden, de omvang en het voortbestaan van de gegarandeerde verbintenis. 

Laten we enkele kernbepalingen toelichten: 

  • Uitvoeringstermijn

De verstrekker van de autonome persoonlijke zekerheid moet onverwijld en uiterlijk binnen zeven werkdagen na ontvangst van een schriftelijk verzoek tot betaling uitvoeren of de begunstigde van de zekerheid op de hoogte brengen van zijn weigering (met vermelding van de redenen voor deze weigering). 

  • Manifest abusief of bedrieglijk verzoek

In geval van een duidelijk manifest abusief of bedrieglijk verzoek tot uitvoering kan de verstrekker van de autonome garantie het betalingsverzoek weigeren. De partij die opdracht heeft gegeven tot het verstrekken van de autonome garantie kan zich hiertegen ook verzetten.  

  • Niet-overdraagbaarheid van de autonome garantie

De wet bevestigt het persoonlijke karakter van de autonome garantie, die niet aan een andere begunstigde kan worden overgedragen.

*

De nieuwe titel 1 “Persoonlijke zekerheden” van boek 9 “Zekerheden” van het Burgerlijk Wetboek treedt in werking op 1 januari 2026.

Ondertussen worden de werkzaamheden met betrekking tot boek 9 verdergezet, met name wat betreft de zakelijke zekerheden (pand, hypotheek, eigendomsvoorbehoud, retentierecht en voorrechten), die in de volgende titels van boek 9 aan bod zullen komen.

 

Camille Cornil