Hoewel de biomarkt in onze contreien onwaarschijnlijk in de lift zit, kunnen we op dit gebied niet tippen aan onze zuiderburen. Een van de meest actieve speciaalzaken op de markt is ongetwijfeld de Färm-coöperatieve die tegen 2019 over zestien verkooppunten wil beschikken op de Belgische markt.
Er wordt op dit ogenblik nagedacht over een twintigtal stadswinkels verspreid over heel België. Vanaf volgend jaar komt ook Vlaanderen trouwens aan de beurt.
Hoe zit het met het winkelpark van Färm? En met de franchisingformule? Kunnen we ons binnenkort verwachten aan nieuwe openingen?
Franchisegever Alexis Descampe, één van de oprichters van Färm, vertelt: we beschikken vandaag over zes verkooppunten, waarvan er vijf in Brussel gelegen zijn en één in Louvain-La-Neuve. Dit laatste wordt uitgebaat door een franchisenemer, zelfstandige uitbater, en ook één van de Brusselse vestigingen (aan de Bascule, n.v.d.r.) behoort toe aan een franchisenemer. De andere vier zijn eigen winkels.
We maken een onderscheid tussen franchisenemers en aangeslotenen. Concreet gezien hanteren we een klassieke franchiseformule, wat wil zeggen dat we onze naamsbekendheid vermarkten. We gaan echter veel verder dan dat. Onze aangeslotenen hebben aandelen in het moederhuis en maken dus integraal deel uit van het project en de coöperatieve.
Wat nieuwe openingen betreft kijken we nog even de kat uit de boom. We hebben op korte tijd immers drie nieuwe vestigingen geopend. Twee ervan zijn absolute nieuwkomers, waaronder die van Louvain-La-Neuve, terwijl de pionierswinkel The Peas in Etterbeek verhuisde naar een nieuwe en grotere site. We kunnen niet uitsluiten dat daar tegen het eind van het jaar nog één of twee bijkomen. We zijn hiervoor alvast aan het onderhandelen met twee aangeslotenen.
Vandaag beschikken we over zes winkels en daar moeten er tegen 2019 nog tien bijkomen.
Uitbreidiingsplan in de rest van het land
De franchiseformule Farm bestuderen voor het ogenblik een twintigtal steden. Daarbij kijken ze vooral naar de bevolkingsdichtheid. Ze zijn in discussie met aangeslotenen over filialen buiten Brussel… Een ding is zeker: ze gedijen in een urban context, en gaan dus voor de grotere steden en laten voorlopig gebieden met een kleinere bevolkingsdichtheid aan hun voorbij gaan. De nieuwe verkooppunten zullen vooral door aangeslotenen of franchisenemers worden uitgebaat. Ze gaan nog hooguit één of twee eigen winkels openen. Vanaf volgend jaar zou de franchiseformule Farm ook in Vlaanderen een begrip zijn.
Bio loopt als een trein in België, maar kent hier voorlopig nog niet zo’n succes als in Frankrijk.
De Belgische markt is wat dat betreft heel verschillend van de Franse. Ze is nog weinig gestructureerd.
De Belgische consument staat wantrouwig tegenover al te grote ketens. Op dat gebied is er nog heel wat werk aan de winkel. De kracht van een merk bestaat erin dat het met zijn waarden opgang weet te maken. Franchisegever Alexis Descampe stelt vast dat zelfs de schaal van zijn franchiseformule Färm al vragen oproept. Sommige consumenten zien in ketens een mogelijk gevaar, ze zijn bang dat het allemaal te commercieel wordt. Hij wil het vertrouwen herstellen door transparant te zijn over de basiswaarden die ze verdedigen.
Hoe staat de Belgische consument t.o.v. bioproducten
De consument heeft behoefte aan meer transparantie, meer informatie. Vandaag wordt hij zo overladen met info, dat hij door het bos de bomen niet meer ziet. Zo zien we bijvoorbeeld dat grote merken tegenwoordig communiceren over hun verpakkingen met de vermelding dat die geen pesticiden bevatten, maar dat hun producten zelf niet bio gelabeld zijn. Wat tot gevolg heeft dat de consument het zoeken beu wordt en uiteindelijk afhaakt. De verbruiker wil duidelijkheid, zodat hij een bewuste keuze kan maken.
Dat er steeds meer initiatieven en kleine zelfstandige winkels bijkomen is alleen maar goed nieuws. Een grotere diversiteit betekent meer keuzemogelijkheden. We delen allemaal dezelfde waarden op gebied van duurzaamheid. Er bestaat natuurlijk een zekere concurrentie, maar doordat ze een gemeenschappelijke visie hebben kunnen ze samenwerken om de consument te overtuigen van de meerwaarde van bio.
Bioproducten kosten vaak meer dan hun traditionele equivalenten.
Dat de prijzen hoger liggen is normaal, het productieproces is immers duurder doordat het heel wat extra kosten met zich meebrengt. Als je de globale kost voor de maatschappij beschouwt vallen die echter heel goed mee. Denk maar aan de positieve invloed op de gezondheidszorg en het milieu. De consument betaalt voor zijn traditionele producten misschien minder geld aan de kassa, maar indirect komen ze hem en alle biowinkels duurder te staan. Van die externe kosten is men zich vaak minder bewust, al begint daar de laatste tijd ook verandering in te komen. Ondanks alles kan bio volgens Franchisegever Alexis Descampe nog goedkoper. Door de productie beter te stroomlijnen kunnen ze de prijs waarschijnlijk nog met enkele procenten drukken, maar bio zal altijd duurder blijven dan een ‘conventioneel’ product.
Bron: Gondola
JUL