Meester Marie Canivet, CMS DeBacker
De ministerraad heeft onlangs een wetsontwerp goedgekeurd inzake de oprichting van een Brussels International Business Court, een rechtbank die gespecialiseerd is in de regeling van commerciële grensoverschrijdende geschillen.
Dit initiatief, aangebracht door de Minister van Justitie Koen Geens, gaat uit van de hypothese dat het nodig is om in België te beschikken over een rechtbank die op hoog niveau gespecialiseerd is en die in staat is om commerciële grensoverschrijdende geschillen te beslechten en dit in de taal van de internationale handel, zijnde het Engels.
Onder de aangehaalde voordelen van de Brussels International Business Court (BIBC), dienen volgende elementen te worden opgemerkt:
- De BIBC beschikt over handelsrechters, maar ook over niet-professionele rechters, hetgeen in staat stelt om met souplesse te reageren op de verschillende verzoeken vanuit de zakenwereld.
- De BIBC zal in eerste en laatste instantie een besluit nemen om zo de efficiëntie van de procedure te verhogen. Volgens de auteurs van het wetsontwerp, dient de BIBC een unieke expertise te ontwikkelen op vlak van handelsrechten, hetgeen een beroepsprocedure overbodig zou maken.
- Voor wat betreft de procedure, is de gangbare wetgeving inzake commerciële internationale arbitrage van de Commissie van de Verenigde Naties voor commercieel internationaal recht van toepassing.
Dit initiatief dient natuurlijk te worden onthaald, aangezien deze beantwoordt aan een reële nood aan een aangepaste rechtsgang voor de vereisten van het zakenleven, voornamelijk in de zin van snelheid, taalkundige flexibiliteit en begrip van wat er op het spel staat. Het spreekt voor zich dat de efficiëntie en dus de geloofwaardigheid van deze nieuwe rechtsgang afhangt van de kwaliteit van de magistraten die de voorgelegde geschillen dienen te beslechten, evenals de middelen die zij ter beschikking krijgen om dit uit te voeren.
Op dit moment wordt het voorontwerp onderlegt aan de onderhandeling met syndicale organisaties. Deze zal erna worden voorgelegd voor advies aan de Raad van State.
Meester Marie Canivet, CSM DeBacker
DéC